Duitsland krijgt kritiek op zijn exportoverschot. Als de economie aantrekt, zullen de bestedingen in Duitsland wel toenemen. Maar op actief overheidsbeleid hoeven we niet te rekenen, denkt ABN Amro’s Han de Jong.

Niet alle Europese cijfers vielen mee vorige week, maar een aantal was beter dan verwacht. Daar kan de komende maanden weer verandering in komen, maar omdat de goede cijfers zo’n breed terrein beslaan, is het totaalbeeld zo langzamerhand toch dat Europa eindelijk de weg naar duurzaam herstel is ingeslagen.

De verwachtingen voor de eurozone waren de laatste jaren niet erg hoog gespannen en er is dus volop ruimte voor meevallers.

Duitse ondernemers positiever

Een van die meevallers was de Duitse Ifo-index van het ondernemersvertrouwen. Er werd uitgegaan van een lichte stijging van 107,4 punten in oktober naar 107,7 in november. Het feitelijke cijfer was 109,3. Nu is zo’n sprong zeker niet nieuw, maar wel ongebruikelijk. Deze index heeft al heel vaak bewezen een goede indicator voor de economische groei in Duitsland te zijn en het cijfer voor november is dus veelbelovend.

Zijn tegenhanger, de PMI-index, viel eveneens hoger uit dan de eerdere raming, zij het niet zo veel hoger. Ook de ZEW-index van het vertrouwen onder analisten steeg, niet alleen voor Duitsland, maar voor de gehele eurozone.

Frankrijk valt tegen

Daar staat tegenover dat de Franse cijfers tegenvielen: de voorlopige PMI voor zowel de verwerkende industrie als de dienstensector daalde, en beide waren lager ook dan verwacht. Mede daardoor daalde de voorlopige samengestelde PMI van de eurozone als geheel voor de tweede maand op rij.

Maar als we naar de andere cijfers kijken, lijkt Frankrijk toch een buitenbeentje. In Italië stegen de orders in de industrie met 7,3 procent, vergeleken met een jaar eerder, tot het hoogste niveau sinds mei 2011. Het aantal kentekenregistraties in de EU was in oktober 4,7 procent hoger dan een jaar daarvoor: iets minder dan de plus van 5,4 procent in september, maar wel opnieuw positief.

In Nederland is het consumentenvertrouwen in november flink toegenomen, van -27 naar -15 punten. Dat is nog steeds onder het historisch gemiddelde, maar wijst tenminste niet langer op een depressiestemming. Bovendien gaf het vertrouwen in oktober ook al een flinke stijging te zien.

Het is niet helemaal duidelijk waar deze sterke toename opeens vandaan komt. Het zou een eenmalige uitschieter kunnen zijn die snel weer gecorrigeerd wordt, maar omdat ook andere cijfers opeens veel beter uitpakken, mogen we hopen dat er in de Europese economie inderdaad iets moois aan de gang is.

Kritiek op Duitsland

Duitsland is opnieuw het doelwit van kritiek. Het handelsoverschot bedraagt meer dan 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en dat is in strijd met de EU-regels rond macro-economische onevenwichtigheden, die stellen dat een land maatregelen moet nemen als zijn handelsbalans een tekort van meer dan 4 procent van het bbp of een overschot van meer dan 6 procent van het bbp vertoont.

Het Nederlandse overschot is zelfs nog groter dan het Duitse, maar het is niet duidelijk wat de politiek daaraan kan doen, want Nederland zit ook in de zogenaamde ‘buitensporigtekortprocedure’. Voor Duitsland geldt dat niet.

Duitsland zou zeker een expansiever beleid kunnen voeren, bijvoorbeeld door meer in infrastructuur te investeren. Ik verwacht een verhitte discussie maar weinig actie.

Deze kritiek op Duitsland is niet nieuw. Die viel ook al te horen toen ik in de jaren tachtig de arbeidsmarkt betrad en is sindsdien regelmatig herhaald. Het verschil tussen toen en nu is dat we inmiddels Europese regels hebben waar Duitsland zich niet aan houdt.

Het zal er denk ik wel op neerkomen dat de toenemende economische groei in Duitsland tot loonsverhogingen leidt, met als gevolg groei van de bestedingen, inclusief import.

Han de Jong is hoofdeconoom van ABN Amro. Meer columns: zie het blog van Han de Jong.
Tips, vragen of reacties? Mail redactie op [email protected]

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl